Laatst begeleidde ik een team docenten. Het waren doelgerichte doeners, die onderlinge problemen ‘oplosten’ (ontweken) met gezelligheid en humor.

Ondertussen sluimerde er van alles. Vakinhoudelijke tegenstellingen waren lastig bespreekbaar en verschillen in werkstijl gaven irritatie. Daardoor werkte men meer op eilandjes, dan mét elkaar.

Barrières slechten

In zo’n situatie – en ook bij een nieuw, blanco team –  helpt het om het eens over een hele andere boeg te gooien. Niet over het werk te praten, maar mét elkaar. De barrières te slechten met een heel ander soort gesprek.

Zomaar wat vragen die mooie gesprekken opleveren:

  • Welke waarden heb jij van huis uit meegekregen?
  • Wat zijn je valkuilen? En hoe kunnen collega’s je ervoor behoeden?
  • Waar krijg je de meeste energie van?
  • Wat is handig om van jou te weten, om goed met je te kunnen samenwerken?

In gesprek over waarden

Het team docenten vroeg ik om in gesprek te gaan over de vraag:

“Welke waarden heb jij van huis uit meegekregen? Wat prentten jouw ouders je altijd in, en hoe beïnvloedt dat jou tot vandaag? Positief of juist niet? Hoe herken je dit in hoe je werkt?”

Zomaar wat ouder-wijsheden die (in kleine groepjes) aan bod kwamen:

  • “Denk voor jezelf, wees geen meeloper”
  • “Haal het beste uit jezelf, je kunt altijd beter”
  • “Praat het altijd uit”
  • “Alles kan! Kan niet, bestaat niet”
  • “Wees begripvol: je weet nooit wat iemand heeft meegemaakt”

In het gesprek dat hieruit volgde, merkte men hoe sterk deze waarden richting hadden gegeven aan levenshouding en overtuigingen. En hoe deze verschillen nog duidelijk te herkennen waren, inclusief bijbehorende krachten en valkuilen.

Voor de docent die thuis had geleerd om alles uit te praten, was directe communicatie bijvoorbeeld heel normaal. Voor de collega die had geleerd altijd begripvol te zijn, was conflict aangaan ontzettend spannend.

Werkstijlen

Ik zag de groep veranderen. Het was duidelijk: wat logisch is voor de één, is dat niet perse voor de ander. Nieuwsgierigheid kwam in de plaats van grappen-ten-koste-van-elkaar. Op basis daarvan deden we nog een aantal andere oefeningen over voorkeuren en werkstijlen.

Een paar weken later was er weer een sessie. Iemand zei dat er ‘iets onbenoembaars’ was veranderd. Anderen vulden aan:

  • “Ik vraag makkelijker hulp.”
  • “Ik zet collega’s nu bewuster in: voor dat waar ze goed in zijn.”
  • “We zijn hechter en werken veel efficiënter.”

Dat is het effect van stilstaan in de hectiek: je komt dichter tot elkaar. En laat dat nou toevallig heel erg aansluiten bij wat ik zelf weer van huis uit heb meegekregen…. ;-)

Miriam Brouwer

november 2017