Als teamcoach kijk ik naar teamvraagstukken met een groeibril op. Ik vraag me af:
Wat heeft dit team te leren?
Om dat te analyseren is het teamfasenmodel* mijn belangrijkste handvat. Een groep doorloopt namelijk een aantal universele fasen in zijn ontwikkeling tot een effectief team. Bij elke fase hoort bepaald gedrag, problemen, behoeftes en interventies. Het model maakt op die manier heel concreet wat een team te leren heeft.
Het teamfasenmodel in het kort:
- Er zijn 4 fasen. Bij elke fase horen bepaald gedrag, interactie, communicatie, gevoelens en behoeftes.
- Het model helpt verklaren waarom een team doet zoals het doet. Zo zet je frustratie om in gerichte actie en oplossingen.
- Hoe hoger de fase, hoe effectiever het team. In praktijk zitten veel groepen in fase 1 of 2. Soms is dat niet erg, maar als goede samenwerking nodig is om doelen te halen, dan is het wenselijk dat de groep zich ontwikkelt naar tenminste fase 3.
- Een groep kan ook weer ’terugvallen’. Dit kan gebeuren doordat er veranderingen in samenstelling, opdracht of context zijn, waar een team niet mee om leert gaan.
De vier teamfasen
- Los zand
- Conflict
- Wij-gevoel
- Volwassen
1. Los zand
- Er zijn eilandjes: men is gericht op individuele taken, geen gezamenlijk doel.
- Vrijblijvendheid, laag commitment aan het team.
- Mensen zijn afwachtend, luisteren weinig naar elkaar en nemen geen verantwoordelijkheid.
Een ‘los zand’-groep heeft nodig:
- Leiderschap
- Structuur, procedures
- Verbinding
- Gedragen teamdoelen
2. Conflict
- Subgroepen/bondjes die afstemming zoeken, nog geen collectief
- Discussies of juist het ontwijken van conflict (schijnconsensus)
- Kritiek op de leider
- Onderliggend speelt de vraag: welke invloed heb ik, wie heeft het hier voor het zeggen?
Een groep in deze fase heeft nodig:
- Leiderschap gericht op doelen en grenzen
- Bewust en effectief leren communiceren als groep (dialoog, conflicthantering, onderhandelen)
- Feedback leren geven
- Erkenning
3. Wij-gevoel
- Betrokken bij en gericht op gezamenlijke doelen
- Verbinding, goede sfeer, trots op resultaten
- Open communicatie, kan verschil uitzoeken
- Buitenwereld is vijand (bv. andere afdelingen): “wij zijn beter dan zij”
Een groep in fase 3 heeft nodig:
- Ruimte vanuit management
- Ook de lastigste tegenstellingen aangaan (ipv sfeer goed willen houden)
- Feedback van buitenaf, leren openstaan voor verandering/innovatie
4. Volwassen
- Team is open, heeft externe focus en helicopterview
- Mensen zijn authentiek, autonoom én onderling afhankelijk
Een volwassen team heeft nodig:
- Zingeving
- Reflectie
- Sparring
*Het teamfasenmodel is oorspronkelijk verwoord door Tuckman, en verfijnd en uitgebreid door Hershey & Blanchard en Marijke Lingsma. In dit artikel put ik uit al deze benaderingen.